Er zijn zo van die boeken die je regelmatig nog eens uit je kast neemt. The wander society is er zo eentje. Ik las het werk enkele jaren geleden, maar heb er recent weer enorm van genoten. Het past helemaal bij mijn levenshouding. Wanderen is namelijk niet meer of minder dan doelloos rondlopen, met een open geest, en je laten verrassen door wat er maar op je pad komt. Op ontdekking gaan, in de meest pure vorm. Dat kan in de natuur, maar net zo goed in een wereldstad.
Als we op reis zijn, doen we het wel vaker, maar de meeste mensen gaan niet op ontdekking in hun eigen omgeving. Ik wel. The wander society lezen voelde aan als thuiskomen, en het was op een vreemde manier leuk om te weten dat er een woord bestond voor wat ik instinctief al mijn hele leven doe. Als kind door de velden van de wijk in Essen waar ik opgroeide, en later die van Breendonk. Als jongere langs de oevers van de Rupel, Nete en Zenne. Als student door Mechelen, en nu door Haspengouwse beekvalleien, door mysterieuze holle wegen vol dierenholen en langs kastelen en vierkantshoeves.
Ook fijn om te lezen dat heel wat grote schrijvers en denkers fervente wanderaars waren, wat waarschijnlijk deels verklaard waarom ik me zo tot hun werk voel aangetrokken. En het geeft me het gevoel dat ik deel uitmaak van een club gelijkgestemde zielen die elkaar nooit ontmoeten. Heerlijk!
Laat je niet misleiden door de Engelse titel: deze versie, die ik ook las, is wel degelijk vertaald in het Nederlands.
Geef een reactie