Twee boeken in één, die ik al heel lang wilde lezen. Het heeft echter even geduurd voor ik eraan begon en nog langer vooraleer ik het boek uithad. Het is dan ook niet bepaald een dun boekje – zo’n 400 pagina’s – en om heel eerlijk te zijn, vind ik het ook niet altijd even vlot geschreven. Soms zijn de beschrijvingen en uiteenzettingen me wat te uitgebreid en langdradig. Ik ben het ook lang niet altijd eens met Thoreaus stellingen.
Toch ben ik heel blij dat ik dit werk heb gelezen, want in heel wat passages weet Thoreau me helemaal mee te krijgen. Ongelooflijk eigenlijk dat dit werk in de 19de eeuw is geschreven.
Voor wie het boek niet kent: Thoreau trok zich in 1845 twee jaar terug in een zelfgemaakte hut aan de oever van Walden Pond, een meer in het Amerikaanse Concord. Hij wijdde zich er aan lezen, schrijven en bonen telen. Walden is het relaas van zijn verblijf daar, maar hij geeft ook zijn persoonlijke kijk op zowat alle aspecten van het toenmalige leven mee. Het is een ode aan de natuur en een eenvoudig leven en dat is vooral wat me in het boek aantrekt.
In de versie die ik kocht, werd ook het essay ‘De plicht tot burgerlijke ongehoorzaamheid’ opgenomen, waaruit Thoreaus sociale engagement eens te meer blijkt. Hij zat zelfs een nacht in de gevangenis omdat hij het als zijn burgerplicht zag om geen belastingen te betalen, als aanklacht tegen het Amerikaanse regering, die op dat moment de slavernij nog als een doodgewoon iets zag en oorlog voerde tegen Mexico.
De onderwerpen waarover Thoreau schrijft mogen dan niet meer actueel zijn (hoewel…), veel van zijn standpunten zijn nog verrassend actueel. In een tijd waarin de technologische ontwikkeling letterlijk op stoomsnelheid kwam, en de mensheid van nieuwe uitvinding naar nieuwe uitvinding holde, plaatste Thoreau kritische kanttekeningen bij al die nieuwigheden – zoals de trein of de elektrische telegraaf. Centraal staat vaak de vraag: hebben we al die zaken wel nodig?
‘Onze uitvindingen zijn gewoonlijk bedoeld als leuk speelgoed om onze aandacht van serieuze zaken af te leiden,’ vond hij. En daar kan ik hem geen ongelijk in geven.
Enkele citaten uit Walden die me troffen:
“We haasten ons om een magnetische telegraaf van Maine naar Texas aan te leggen; maar Maine en Texas hebben elkaar misschien niets belangrijks mee te delen.”
“Tenslotte brengt de man wiens paard anderhalve kilometer per minuut draaft niet de belangrijkste berichten over.”
“Bovendien veronderstel ik dat wie alleen reist, vandaag kan vertrekken; maar wie met een ander reist, moet wachten tot die ander klaar is, en dan kan het lang duren voordat ze op weg gaan.”
“De tijd is slechts de stroom waarin ik zit te vissen. Ik drink ervan, maar terwijl ik drink, zie ik de zanderige bodem en ontdek ik hoe ondiep hij is. De dunne stroom glijdt weg, maar de eeuwigheid blijft.”
Geef een reactie