Wil het maar niet lukken om je boek af te werken? Loop je na dertig, vijftig of honderd bladzijden vast? Heb je het verrekte ding al vijf keer herwerkt, maar lijkt er nog steeds iets te haperen? Of weet je gewoon niet waar te beginnen?
Een schema kan je redding zijn. Zie jezelf als een regisseur die scènes voor zijn film uitdenkt. Steven Spielberg of George Lucas beginnen toch ook niet zomaar in het wilde weg te filmen? Schema’s maken is een essentieel en leuk onderdeel van het creatieve proces. Nee, echt!
‘I love it when a plan comes together’ – Hannibal van The A-team
Schets schemerige schema’s
Eens je een goed uitgewerkt hoofdpersonage hebt en een helder idee van waar je boek over gaat, kan je de schrijver in jezelf even aan de kant schuiven en je ingenieursbril opzetten. Maak een heus schema met de hoofdverhaallijn en eventuele bijkomende verhaallijnen. Dit maak je zo gedetailleerd als je zelf wilt. Ik verdeel mijn boek doorgaans zelf in een viertal delen en bepaal per deel wat er moet gebeuren en welke ontwikkelingen mijn personages moeten doormaken.
Dan ga ik per deel wat gedetailleerder werken en in hoofdstukken/scènes denken. Hoe kan ik die belangrijke gebeurtenis ‘aankondigen’? Hoe maak ik duidelijk dat mijn personage iets probeert, maar er niet in slaagt, of dat hij een bepaalde ontwikkeling doormaakt?
Gebruik ik flashbacks? Naar wanneer? En waar plaats ik die?
Dit is een soort puzzel, waarmee je dus ook kan en mag schuiven. Je kan dit schema altijd ergens bij de hand houden tijdens het schrijven, en bijsturen wanneer je verhaal dat vereist. Het geeft je steeds een goed overzicht van wat je aan het schrijven bent en inzicht in het hoe en waarom.
Per hoofdstuk/scène stel ik mij de vraag wat het bijdraagt aan het geheel. Dat kan gewoon sfeerzetting zijn, een bepaald personage wat meer diepte geven, de lezer een uniek inkijkje geven of wat ‘nuttige achtergrondinformatie’ verpakt als flashback. Het hoeft allemaal ook niet té strak te zitten, je hebt wel wat speelruimte. Wees niet bang om hier en daar een zanderig zijweggetje in te slaan, maar zorg dat je wel de juiste richting blijft uitgaan. En dat die zijweggetjes niet één voor één doodlopen, waardoor je lezer – en jijzelf! – de weg kwijtraakt.
Nevenverhalen
Naast de grote verhaallijn die als een rode draad doorheen je boek loopt en de verschillende scènes aan elkaar rijgt, kunnen er nog meerdere nevenverhalen zijn. Deze kunnen op zowat eender welk moment in je boek beginnen en eindigen, maar het is wel zo handig als die verhalen iets bijdragen aan de hoofdverhaallijn. En dat je ze afwerkt. ‘Losse eindjes’ zijn slordig en storend voor de lezer.
‘Er mag geen mus van het dak vallen zonder bedoeling.’ – W.F. Hermans
Moet ik echt een plan maken?
Je moet helemaal niets, en zeker niet omdat ik het zeg. Maar het is écht (neen, echt) heel weinig schrijvers gegeven om zomaar, zonder plan, een heel boek te schrijven. Bij een kortverhaal kom je er mee weg, maar een roman is andere koek.
Kies je ervoor om toch zonder plan aan de slag te gaan? Even goede vrienden, maar weet dan dat je gaandeweg waarschijnlijk (meermaals) heel veel dingen (grondig) zal moeten herschrijven, en misschien zelfs hele hoofdstukken schrappen. Of dat je stilvalt na 30 bladzijden omdat je niet meer weet hoe het nu verder moet. Of omdat je vaststelt dat het nergens naartoe gaat.
Een duidelijk plan helpt je om dit allemaal te vermijden. Het geeft je een houvast en een duidelijk doel om naartoe te werken. Daarom raad ik het aan, maar het is jouw boek!
Natuurlijk kan dit plan eventueel nog veranderen, als het verhaal het wil. Dat overkomt mij ook regelmatig gaandeweg, dat een boek plots een andere wending krijgt, die ik op voorhand niet had kunnen bedenken. Zorg in elk geval dat het doordacht is en dat een eventuele verandering (naar jouw aanvoelen) een verbetering is. Een plan kan je wijzigen, maar dan moet je er wel eerst eentje hebben.
Succes!
Dit is een tip uit mijn online cursus ‘Van eeuwige uitvluchten naar eeuwige roem: schrijf en lanceer je roman’.
Geef een reactie