‘Ik mag nog eens naar de BrU!’ Dat schoot door mijn hoofd toen ik las dat Marc Swerts een nieuw boek uit heeft gebracht. Wat de BrU is? De Brabantse Universiteit, oftewel een fictieve universiteit in Noord-Brabant. ‘In blijde verwachting’ is alweer de vierde campusroman van deze sympathieke schrijver uit Peer.
Een strakgespannen spanningsboog, personages van vlees en bloed, satire van de bovenste plank: ook In blijde verwachting is weer smullen van begin tot einde. Haarscherpe observaties met levendige beschrijvingen van de non-verbale en verbale communicatie van mensen. Kleine trekjes en gebeurtenissen die worden uitvergroot. De beperkte wereld van een universitaire campus waar alles belangrijk lijkt wat daarbuiten compleet onopgemerkt voorbijgaat.
In elk van Marcs boeken zit wel een narcistisch personage dat je op diens bek wil zien gaan – en dat gebeurt meestal ook! Heerlijk om zo’n blaaskaak ongenadig van zijn troon te zien vallen. Deze campusromans zijn het beste bewijs dat je geen grote drama’s of actie nodig hebt om spannende pageturners te schrijven. De humor is subtiel, zit in de kleine dingen en bouwt stelselmatig op.
Elk boek heeft andere hoofdpersonages, maar heel wat personages duiken in meerdere boeken op. Hoofdpersonages worden nevenfiguren, nevenfiguren worden hoofdpersonages. Stiekem is de BrU de hoofdrolspeler, en de dwaasheid van de geleerde mens met al diens kleine tekortkomingen.
Het zijn vrij dunne boeken. Persoonlijk zou ik per boek gerust nog honderd bladzijden of meer op de BrU willen rondzwerven, maar ik begrijp ook waarom dat zo is. Er staat namelijk geen woord te veel in Marcs boeken. Elk hoofdstuk, iedere scène, elk detail draagt bij tot het geheel en het verhaal gaat op kruissnelheid richting een onafwendbaar plot.
‘Pittig’ detail: Marc Swerts werkt aan de Universiteit van Tilburg. Hij weet dus maar al te goed hoe het eraan toegaat achter de coulissen van de universiteit. En dat voel je ook. De BrU bestaat niet, maar dat vergeet je van zodra je ogen over de pagina’s schieten. Als Vlaming die in Nederland woont, voelt hij de subtiele verschillen tussen de Vlaamse en Nederlandse cultuur en manier van communiceren feilloos aan, zonder te veralgemenen. Hij spaart hierbij niemand.
Enkele fragmenten uit het boek:
“De dj bracht een merkwaardig allegaartje van industriële dreunmuziek.
Het had geen gemene deler, behalve dat het als een lange brij keihard uit de luidsprekers knalde en alleen de intentie leek te hebben om de trommelvliezen te teisteren. Jef vroeg zich des te meer af wat hij hier in hemelsnaam uitspookte. Gijs Dikkema zat er duidelijk helemaal anders in. Terwijl Jef tegen een paal aangeleund stond, zag hij hoe zijn collega zich naar het midden van de menigte had gewurmd en continu bezig was met de jongelui om zich heen, half dansend en zingend.”
“Ze was niet te peilen.
Alsof een toneelstuk opnieuw gespeeld werd, had ze zich, net als bij haar eerste bezoek, op de stoel gezet aan de andere kant van zijn bureau en had ze weer haar tasje op haar schoot geplaatst, met haar beide handen er netjes bovenop. Ze zweeg, waardoor ze leek aan te geven dat ze nadere uitleg van zijn kant afwachtte. Zijn brein zocht verwoed naar een logische verklaring voor zijn verstoppertjesgedoe; het flitste door zijn hoofd om iets te verzinnen over een middagdutje, over een belangrijk telefoongesprek of zijn dagelijkse behoefte aan privacy, maar dat klonk bij nader inzien allemaal behoorlijk ongeloofwaardig en hij zou het sowieso stuntelig en stotterend formuleren.”
Elk boek staat op zich en kan je afzonderlijk lezen. Je kan de romans in principe ook perfect in willekeurige volgorde lezen. Ik zou echter warm aanbevelen om ze wél in volgorde te lezen, omdat je dan de personages en omstandigheden op een ander niveau doorvoelt.
Zijn vier boeken zijn uitgebracht bij Beefcake Publishing. Dit zijn ze in volgorde van verschijnen:

Professor doctor Dekker is hoogleraar aan de Brabantse Universiteit. Hij staat in de startblokken om een prestigieuze prijs in ontvangst te nemen. Dik verdiend, vindt hij zelf. Het zindert in zijn afdeling, want aan het eind van de week, op vrijdag, gaat het allemaal gebeuren. De prijsuitreiking moet een groots en gigantisch evenement worden, het hoogtepunt van zijn carrière, de ultieme beloning voor zijn jarenlange inspanningen ten behoeve van zijn vakgebied en van zichzelf. In al zijn ijdelheid ziet Dekker echter één belangwekkend detail over het hoofd.

Komt een Nederlandse Amerikaan naar de Brabantse Universiteit. Zijn naam is Roemers, Bert Roemers. Bert is een academische topper, al zegt hij het zelf, en zeer ondernemend ingesteld. Al meteen na zijn intrede heeft hij vastgesteld dat zijn nieuwe werkplek dringend moet worden gereanimeerd. En uiteraard ligt daar een taak voor Bert. De Open Dag binnenkort vormt de ideale gelegenheid om het volk hier aan de universiteit te laten kennismaken met zijn grootse plannen. Maar dan gaat collega Proost, ingeweken Belg en hoofd van de afdeling, er zich mee bemoeien.

Op de Brabantse Universiteit lopen studenten van allerlei soort rond: je hebt de langharige types en de kortgeknipte, de macho’s en de kneusjes, de bollebozen en de van elk talent gespeende exemplaren. En dan heb je Fien Jansen. Ze meldt zich aan voor de cursus van Jef Vermeulen, die het als beginnend docent niet makkelijk heeft. In eerste instantie lijkt haar verschijning een zegen voor Jef. Tot hij haar beter leert kennen.
Geef een reactie