Het waait nu al dagen
in haar hoofd. stormt
ze, draait. haar haren
naar de wind.
Soms huilt ze
zonder reden. giet
scheuten die niet willen
groeien in de tuin
drinkt een restje
koude koffie. huivert
in haar laatste zomerjurk.
Dat ze wilt rennen
zegt ze. slaat haar
armen als vleugels ·uit.
Straks valt ze
als de avond.
(c) Leen Raats, uit: Troebel – poëzie voor windstille dagen
20 gedichten in 20 weken

Ontvang 20 weken lang elke week een gedicht in je mailbox: de tekst, een geluidsopname waarop ik het gedicht voorlees én een uitleg bij het gedicht: hoe het ontstond, waarover het gaat, of een ander bijzonder, persoonlijk verhaal dat je meer inzicht geeft in dit gedicht.
Geef een reactie