Mijn vriend en ik zijn in de ban van de familie Koolmees, die nu al enkele weken in ons klein stadstuintje resideert. Mama, papa en drie jongen. Een koddig gezelschap.

Mama en papa zijn slank en atletisch. Ze schieten als speren door de lucht, klimmen aan muren op en balanceren op richeltjes. De jongen zijn een pak dikker dan hun ouders. Pluizige, mollige bolletjes die nog wat onbeholpen vliegen, op de tafel van de buren landen, zich een hoedje schrikken wanneer ze merken dat de buurman in de tuin staat en zich dan op aandoenlijk stuntelige wijze naar de dakgoot reppen. Dronken brokkenpiloten met aaibaarheidsfactor tien.

Ook onze buren kijken graag naar de vertederende rituelen, die zich meermaals per dag op het scheidingsmuurtje tussen onze tuinen ontvouwen. Dan zie je mama of papa naar het voer toegaan, en met een bek vol lekkers naar de jongen vliegen of lopen, die luid piepend – ik zweer je dat het geluid van een hongerige, jonge koolmees zowat het schattigste is dat ik ooit in mijn leven hoorde – zitten te wachten en hun bekken opensperren tot er eten wordt ingestopt. De toegewijde ouders wisselen keurig af tussen de jongen, zodat elk pluizenbolletje exact evenveel krijgt.
Het roze goedje gaat er vlot in. Het stond er trouwens al de hele winter quasi-onaangeroerd, maar nu teert er dus een heel gezin op. Tussen twee maaltijden van de familie koolmees komt er trouwens weleens een eenzame pimpelmees van het voer snoepen en ook een paar brutale eksters komen de boel graag tussendoor op stelten zetten.

Mijn vriend maakte misschien al honderd foto’s van de gekke capriolen en verterende gezinstaferelen. Dit zijn er enkele. Geniet ervan!





Geef een reactie