Het is donker in de raamloze inkomhal. Wanneer ze de deur opent, stroomt de koude buitenlucht naar binnen.
Gina blijft in de deuropening staan, wrijft over haar blote armen. Ze heeft nog niet geslapen en weet dat dat niet zal lukken. De eerste nacht kan ze nooit slapen. Het is al ver voorbij middernacht, maar de lucht is bijna even blauw als vanmiddag, al lijkt er een matte vernislaag overheen te liggen.
Ze zou terug naar boven kunnen gaan, onder de lakens kruipen, de minibar leegdrinken en urenlang doelloos zappen langs Amerikaanse zenders die de hele nacht documentaires uitzenden over vliegtuigcrashes, piramides en onopgeloste mysteries uit de oudheid. Maar er is iets wat aan haar trekt. Ze moet naar buiten.
lees meer
De eenzame man
Ze komen vooral bij valavond. Ze duiken op in de schemering, samen met de reeën en vossen. Maar waar de dieren rustig over de heide zwerven en om de paar stappen blijven staan om te grazen of rond te kijken, zetten zij rechtstreeks koers naar de Eenzame Man, een massieve rots die zich als een soort schiereiland uit de Atlantische Oceaan verheft, met rondom golven die borrelen, kolken en met veel kabaal op de grillige vingers van het vasteland te pletter slaan.
John weet niet wat hen naar deze plek lokt. De kustlijn van Cornwall telt talloze rotsformaties en steile kliffen. Waarom dan net deze? Heeft het te maken met de naam, die volgens sommigen terug te voeren is op de Kelten, die deze contreien bevolkten van voor het begin van onze jaartelling?
Door de jaren heen ontwikkelde John een instinct dat hem waarschuwt wanneer er iemand op komst is. Dan staat hij op de uitkijk achter zijn raam. Hij herkent hen al van ver, aan hun manier van wandelen, die hen onmiskenbaar van recreanten onderscheidt. Ze gaan recht op hun doel af, maar toch langzaam. Alsof iets in hun lichaam of geest nog weerstand biedt. Het kost John dan slechts enkele minuten om zijn schoenen en jas aan te schieten en de natuurlijke, stenen trap te beklimmen die van zijn huisje naar de top van de Eenzame Man voert. Hij wacht tot ze naar de rand lopen en nadert hen rustig maar vastberaden. De timing is cruciaal.
lees meer
Een hoofdstuk uit mijn roman
Dit is een stuk uit mijn roman 'De schade beperken', meer bepaald hoofdstuk 7. Waarom hoofdstuk 7? Geen idee, maar geniet ervan!
lees meer
De openingsscène van mijn roman ‘De schade beperken’
Deze keer zou ze niet terugkrabbelen. Wil Heerenveen maakte haar rode sportfiets zorgvuldig vast met een dik kettingslot. Alsof iemand het in zijn hoofd zou halen om hier een fiets te stelen.
Camerabewaking. Wet van 21 maart 2007, waarschuwde een bord aan de ingang van het hypermoderne gebouw. Wil haalde een hand door haar haren en trok de kraag van haar hemd recht. Ze moest dit doen. Voor Elke en voor zichzelf.
Haar schoenen tikten luid op de steriel ogende tegels van de inkomhal. De onthaalbediende, een man met grijs haar en dunne lippen, keek haar zwijgend aan.
‘Goedendag, ik kom voor Elke Jansen.’
‘Vrouwenvleugel?’
lees meer
Oude bomen verplant men niet
Zoveel vrienden en kennissen had ze zien uitdoven van zodra ze uit hun vertrouwde omgeving werden weggerukt.
Kranige vrouwen, die decennialang met verweerde handen in de aarde hadden gewroet, vodden uitgewrongen en groenten ingemaakt in weckpotten, die zich plots niet meer konden wassen zonder hulp. Sterke bomen, wier wortels zo gewend waren aan de vertrouwde grond waarin ze waren opgegroeid, dat ze gedoemd waren om uit te drogen van zodra ze verplant werden.
lees meer
Honger is kostbaar
De sneeuw viel met dikke vlokken uit de lucht. Vederlicht en tegelijkertijd meedogenloos. Er had zich al een dun, wit laagje gevormd op het grasperkje op de binnenkoer. Na zeventien winters wist Lynn nog steeds niet of ze nu van sneeuw hield of er net een hekel aan had.
Ze at weer. Vijf keer per dag. Kleine porties. Veel meer dan ze eigenlijk wilde.
‘Het is een begin,’ had dokter Michiels gezegd. ‘Een eerste stap.’
Wat de volgende stappen waren, daar wilde Lynn zelfs niet over nadenken. Ze at voornamelijk toastjes, fruit en rauwe groenten. De geur van gekookt voedsel maakte haar nog steeds misselijk.
lees meer
Boomhut
Tante Sonja verorberde een koffiekoek met chocolade en pudding. Ze had haar te strakke, zwarte jurk aan. Die droeg ze al jaren bij elke familieaangelegenheid, van begrafenissen tot communiefeestjes. En elke keer leek hij nog wat strakker rond haar almaar uitdijende lijf te zitten. Daphne wilde Dylan aanstoten, toen de realiteit voor de zoveelste keer met een schok tot haar doordrong.
lees meer
Rolkei
Het is haar zevenenzeventigste lente. Toch verbaast Alida zich elk jaar weer over de frisheid van het groen dat uit de grond ontspruit, zich roert aan elke boom en struik. De geur van de eerste bloeiende bomen, de tinteling van de zon op haar wangen en blote onderarmen, het gezang van de talloze vogels die op zoek zijn naar een partner of de concurrentie willen wegjagen. Alsof de winter de ware aard, het volle gevoel van de lente telkens weer doet vergeten, haar vervaagt tot een ijl, vormloos begrip.
lees meer
19u14
Je leven is niet meer dan een aaneenschakeling van momenten. Nu stap je van een oude trein op een winderig perron in een stad die niet meer de jouwe is.
lees meer
Pensioen
‘Nog drie maanden en je gaat met pensioen.’ Haar stem klonk opgewekt, alsof ze iets leuks verkondigde. ‘Nu kan je gaan doen wat je altijd al wilde, maar waar je nooit de tijd voor had. Hobby’s. Reizen. Tijd doorbrengen met je vrouw.’
Guido staarde naar het bureaublad van zijn diensthoofd. De vrouw was nauwelijks ouder dan zijn dochter. ‘Weet je nog wat het eerste was wat ik tegen je zei?’
Zijn diensthoofd schudde het hoofd.
‘Je vroeg me hoeveel mensen hier werkten. Ik antwoordde: ongeveer de helft.’
‘Juist, ja.’ Haar gezichtsuitdrukking hield het midden tussen een frons en een glimlach.
lees meer